dinsdag 26 april 2011

Banken en toiletten

Mijn vuurdoop bij de bank
In Wau kan je met je pinpas en credit card nergens terecht. Dorcas heeft daarom een chequebook en zelf heb ik voldoende geld meegebracht voor eten en drinken. Met een cheque moet je naar de bank. In Nederland zijn de banken onpersoonlijk geworden en kijken ze vreemd op als je met geld aankomt of het wilt hebben. Hier is dat gelukkig helemaal anders. Echt helemaal anders. Iedereen loopt hier met stapels geld te sjouwen omdat alles cash betaald moet worden. Ik moet voor het eerst naar de bank omdat we 10.000 Sudanese pond nodig hebben. De bank in Wau maakt een vervallen indruk zoals de meeste gebouwen in Wau en Zuid-Soedan, maar het is er erg druk. Overal staan en zitten en hangen mensen en bij de ingang staat een soldaat met geweer. Nergens een bord dat aangeeft waar de verschillende afdelingen zijn. Collega Joseph verzekert me dat het niet wijs is dat ik de eerste keer alleen ga en dat hij het me leren moet. There are special ways and means to get the money. En ik krijg les van Joseph hoe het moet. Zonder deze les was ik er nooit uitgekomen. Ik leer dat je assertief en een beetje brutaal te werk moet gaan. Niet geduldig je beurt afwachten, maar een beetje dringen kan geen kwaad, en volgens Joseph moet het zelfs. Dus leer ik al wandelend achter Joseph aan dat als je de bank binnenkomt, je zonder te vragen achter de balie langs loopt en een kantoor binnengaat zonder je aan te kondigen en dat je je cheque op de werkstapel van de werkende bankambtenaar neerlegt met het verzoek dat je geld op wilt nemen. Ik ben benieuwd naar de reactie van de bankambtenaar maar dat valt reuze mee. Hij vindt het niet raar en wordt niet boos of zo, maar hij neemt de cheque en kijkt in zijn computer of er voldoende fondsen zijn. Iedereen in het kantoor kan gewoon meekijken en op zijn scherm komt ons saldo te staan. Er is voldoende, hij zet een handtekening en een stempel op de cheque en Joseph krijgt de cheque weer in handen. Nu op naar het volgende bureau van de Deputy Branch-manager en de procedure herhaalt zichzelf. De Deputy Branch-manager kijkt of de handtekeningen kloppen, of we wel genoeg op de bank hebben staan en er komt nog een stempel en nog een handtekening bij. Nu wordt het spannend, want nu kunnen twee scenario’s zich gaan voordoen. Een best case scenario en een worst case scenario. Tussen het kantoor en de tellers zit een dame. Haar taak is om sommige cheques naar de tellers te nemen. De best case scenario is als zij je cheque naar de tellers brengt. Ik moet dan wel goed opletten welke teller het wordt. Er staan geen rijen met mensen voor de 3 dienstdoende tellers, maar er staat een vast aangesloten groep. Ik hoef nu minder te dringen want op een gegeven moment neemt de teller mijn cheque die de dame op zijn teltafel heeft neergelegd, hij kijkt rond, ik zwaai en beur naar voren. Hij begint te tellen en geeft mij het geld. De tellers hebben het maar lastig. Ze hebben mobieltjes bij zich die regelmatig hun aandacht opeisen. Dan moet de teller, die het al zo druk heeft, ook daarmee aan de slag maar het schijnt best te lukken. Een mobieltje in de ene hand om met je vriend of geliefde te praten en met de andere hand de 10.000 Soedanese pond af te tellen en te overhandigen en zelfs nog een prettige dag toe te wensen. De mobieltjes veroorzaken maar beperkt oponthoud en zo te zien zit niemand ermee. De worst case scenario is als je zelf de cheque aan de teller moet overhandigen omdat de dame je cheque niet meeneemt. Dan moet je gaan dringen en leg je je hand met cheque over de glazen wand die je van de teller scheidt en wacht je tot de teller je cheque uit je vingers neemt. Het helpt blijkbaar wel als je er af en toe wat mee wappert om toch zo de aandacht van de teller te trekken.

Eco-toiletten
Bij het Training Center moeten extra toiletten gebouwd worden voor de trainers en de studenten. Ik wist niet dat er zoveel keuzen mogelijkheden waren en dat het besluiten over welke type toilet te bouwen zo’n moeilijke klus zou worden. We willen 5-6 toiletten achter in de modeltuin plaatsen en ik word in de wereld van de toiletten ingewijd. Zo krijg je de VIP. Het is een put-latrine maar verschillende modellen en ingangen en schoorstenen en verbeterde versies zijn beschikbaar en de prijzen wisselen en de diepte van de gaten waarin “the matter’ moet belanden. Ook de eco-latrine is beschikbaar. Er komt helemaal geen put en water aan te pas, maar het toilet bevindt zich op een verhoging en ‘the matter” wordt opgeslagen en na ieder gebruik met as bestrooid. Na een jaar word “the matter” eruit gehaald en wordt het als compost gebruikt in de modeltuin. Dus voor de groenten en sla die we gaan eten, eet ik straks een salade die gegroeid is op “the matter” van mijn collegae. Ik kan maar moeilijk aan dit idee wennen en bij collegae uit andere landen aan wie ik trots vertel over het idee ontstaat een huivering om op werkbezoek te komen en krijg ik de mooiste reacties binnen. Een prachtige reactie kwam van de persoon zelf die de eco-latrine heeft ontworpen. Hij stond met zijn model te showen in Tanzania toen iemand tegen hem zei: “Hey man, why must I eat banana that has been grown on my own sh.t?’ Maar toch. In Soedan is water een schaars artikel en heeft maar liefst 80% van de mensen geen toegang tot een toilet.

Op de foto: Meestal vrouwen en kinderen die uren in de rij staan bij het Training Center om bij de waterpomp van Dorcas water te halen. Op de achtergrond is een nieuw gebied aan het ontstaan waar steeds meer Tukkels/hutten bijkomen van returnees uit het noorden en ze hebben allemaal water nodig.  

Paasdienst in Wau
We hebben een kleurrijke paasdienst gehad waarin we de opstanding van Christus hebben gevierd. De dienst duurde 4 lange uren in een zonovergoten Wau met veel traditionele dans met drummen, toespraken door politici en een preek van de bisschop van Wau. Hier een korte opsomming van de preek. Christus is opgestaan uit het graf en dat vieren we. Na Zijn opstanding verscheen Hij eerst aan twee vrouwen die hem dierbaar waren. De soldaten aan wie de engel verscheen werden zo bang dat ze flauw vielen. Dit gebeurt niet bij de vrouwen. Zij hebben ontzag en worden blij want ze kennen Christus. Hoe zit dat met ons? We kunnen zijn als de soldaten en bang worden en flauwvallen of we kunnen zijn als de vrouwen die vol ontzag en liefde Christus tegemoet gaan. Het getuigenis van twee vrouwen in die tijd was volgens wet niet geldig. Alleen het getuigenis van mannen was geldig. En toch zoekt Jezus juist vrouwen op. Deze vrouwen gingen in geloof getuigen van Zijn opstanding en dat maakte de discipilen nieuwsgierig en zodat ze gingen kijken. In de kerken van Soedan is het opvallend hoeveel vrouwen eerst tot bekering komen en dan gaan getuigen en de mannen komen dan later met huivering naar de kerk en sommige komen tot geloof. Ook tegen ons zeggen deze vrouwen: “Christus is waarlijk opgestaan?” En wat is uw reactie?  

Gebedspunten
Gebed is hard nodig voor vrede in Soedan. Steeds meer mensen beginnen zich zorgen te maken over een mogelijke burgeroorlog hier. Er was altijd een gemeenschappelijke vijand, namelijk de Arabieren in het noorden en nu beginnen de verschillen tussen de vele stammen hier in het zuiden zich steeds duidelijker te manifesteren en beginnen stammen en leiders zich openlijk van elkaar te distantiëren.

Bid ook voor de vele Dorcas-projecten hier in Zuid-Soedan. Het geven van water en landbouwtrainingen voor eten kan al een bijdrage leveren aan vrede.

donderdag 14 april 2011

Gevolgen burgeroorlog

Hier in Zuid-Soedan word je er continu mee geconfronteerd: de verschrikkelijke oorlog. Veel mensen die ik spreek, zijn tijdens de burgeroorlog uit Soedan gevlucht naar buurlanden zoals Oeganda, Kenia en Ethiopië. Uit deze landen zijn de meeste Zuid-Soedanezen weer terug naar huis gekomen. Nu, een paar weken na het referendum over onafhankelijkheid, komen ook veel Zuid-Soedanezen terug die noodgedwongen naar het noorden waren getrokken. Het is thuiskomen, overleven en opbouwen. Overal in Zuid-Soedan merk je ook de enorme achterstand op. De stilstand van de afgelopen zestig jaar als gevolg van de oorlog heeft Zuid-Soedan alleen maar achteruitgang gebracht. Stilstand is immers achteruitgang. Ik zeg dit als buitenstaander en als westerling. De vraag is of ik wel gelijk heb. Heeft de verschrikkelijke oorlog wel zin gehad? Kan er uit zoveel geweld en pijn en dood iets goeds voortkomen? Als ik om me heen kijk, denk ik: nee. De armoede en het gebrek aan alles wijst erop dat alles tevergeefs was. Toch hoor ik andere geluiden, die ik niet verwacht had. Ik merk dat de plaatselijke bevolking er anders tegenaan kijkt. We zien hetzelfde, maar interpreteren het anders. Ik kijk om me heen en zie intense armoede. Zij kijken om zich heen en zien vooruitgang. ‘Je had hier vijf jaar geleden, direct na de oorlog, moeten zijn. Ja, toen was het erg. Maar nu, kijk naar de ontwikkeling om je heen en de nieuwbouw en de drukte op de markt. Wat een vooruitgang.’ De plaatselijke bevolking gelooft na de uitkomst van het referendum in de toekomst van Zuid-Soedan. ‘Dat de wegen erg slecht zijn, de elektriciteit het maar af en toe doet en er geen stromend water is, geeft niet. Het gaat goed komen en we gaan ervoor. De prijs die we hebben betaald was het waard, want vrijheid is onbetaalbaar en we zijn echt vrij.’ De Zuid-Soedanees straalt een zekere kracht uit en die werkt aanstekelijk.