zondag 27 februari 2011

Van de kerk naar de Soedanese 'Wallen'


De huizen op de foto hierboven zijn van mijn buren hier in Wau. Dit is dus mijn uitzicht. Het buurjongetje wilde ook graag op de foto. Hij komt al vanaf dag 1 aangerend om naar die witte man te kijken die In Wau naast hem is komen wonen.

Afgelopen zondag ben ik nog in Juba met 14 straatkinderen van Grace naar de kerk geweest. Voor de kinderen een hoogtepunt van de week. Ze komen al vroeg naar het huis van Grace en Wim en staan zich buiten onder de kraan te wassen todat ze glimmend zwart, in een speciaal voor de zondag schoon stelletje, naar de kerk kunnen. Hun enthousiasme en uitgelatenheid is duidelijk hoorbaar en voelbaar en ze hebben er zin in. Kunnen we nog wat van leren dacht ik. De kerk begint om 08:00 uur en het is 15 minuten lopen.   

Op weg naar de kerk lopen we over de stoffige wegen  van Juba.We komen een magere hond tegen en een aantal ganzen die wat vuile afwas water opdrinken die mensen op straat gooien in hun gevecht tegen het stof. We nemen een zijweggetje die naar beneden kronkelt  en opeens sta ik midden in een zijinstroom van de Nijl. Je kan ruiken dat de bijna droge rivierbedding als toilet fungeert. Ik zie ook een aantal groentetuinen tussen de hope afval en vuil en ik spring met de kinderen over het stroompje bruin-groen water dat er vloeit. Dodelijk om op te drinken. Als het regent wordt het stroompje een kolkende watermassa en is al het vuil gelukkig weer weg zeggen ze. De zijinstroom is net een spoel toilet dat eens in de zoveel maanden na een flinke bui regen gespoeld wordt en waarna  alle troep en rotzooi verdwijnt en de mensdom er gelukkig geen last meer van heeft. En ik snap waarom Egypte zich zo druk maakt over de kwaliteit van water in de Nijl.
Naast mij loopt een meisje van ongeveer een jaar of zeven. Ze heeft een beetje een misvormd gezichtje maar ze is onlangs door de MAF naar een ziekenhuis in Nairobi gebracht voor een operatie  en ze ziet er volgens Grace nu prachtig uit in vergelijking met hoe het was. Het aangrijpende van dit meisje is dat ze verleden jaar door haar ouders is verlaten. Ze woonde met haar ouders ongeveer 60 kilometer buiten Juba. Op een morgen zijn haar ouders zonder haar naar Juba vertrokken. Het meisje heeft 60 km te voet afgelegd achter haar ouders aan naar Juba en ze kan maar niet begrijpen dat haar ouders niet van haar houden. Vooral nu ze geopereerd is en er zoveel mooier uitziet.

De kerk is een anglicaanse kerk die ongeveer 100 jaar geleden door de Engelse gebouwd is. Het maakt een vervallen indruk en heeft geen orgel of piano. De voorzanger geeft de melodie en maat aan en we zingen  mee. Er zijn twee voorgangers die gebruikmaken van een microfoon en luidspreker systeem die in Nederland per direct bij het oud vuil zou belanden.

De preek is genomen uit 2 kronieken 15 en 16. Koning Asa diende de Heere en hij mocht 41 jaar lang regeren. Als koning deed hij drie belangrijke dingen. Hij riep het volk op God te dienen, riep een halt toe aan de afgodendienst en herstelde de tempeldienst. Hier moeten wij van leren. Ook wij moeten tot bekering komen en God roept ons op ons te bekeren. Het volk luisterde naar hun koning maar luisteren wij vandaag? Alles wat niet goed is in ons leven moet weg zoals Asa de afgoden verwijderde moeten wij ook alles verwijderen wat niet deugt en moeten wij naar de kerk komen en de diensten onderhouden. Zoals de koning lang mocht regeren zullen wij dan voor eeuwig leven. Het evangelie klinkt overal. Ook in Juba. Volgens de voorganger waren de Zuid-Soedanesen tijdens de jaren van oorlog een biddende volk die massaal naar de kerk gingen om te bidden en God te dienen. Nu lijkt het erop dat het vrede wordt en komen er minder mensen naar de kerk en de bidstonden.

Er zijn ongeveer 20 blanken die de dienst meemaken. Toeristen zijn het niet. Het zijn allemaal broeders en zusters die in een of andere vorm een liefdedienst in Soedan komen bewijzen. Er is ook een Member of Parliament ( MP) uit Engeland. Hij mag van de voorganger ook een woordje doen, want hij is tenslotte een hooggeplaatste.  De MP geeft aan dat de ogen van de wereld op Soedan gericht zijn en dat Engeland graag mee wil helpen aan de opbouw van Zuid-Soedan. Ik ben benieuwd of de Zuid-Soedanesen hem geloven ?
Terwijl wij de kerk uitlopen, stroomt het vol met moderne jeugd uit Juba met Bijbels in de hand. Het keyboard en het drumstel komen tevoorschijn, een jonge koor treedt aan en de kerk zit in mum van tijd bijna vol met zingende enthousiaste jonge mensen. De dienst is in het Arabisch. Ze vertellen me dat het zo de hele dag doorgaat. Het is nu de 09:30 uur-jeugddienst en de volgende dienst begint om 11:00. Daarna nog twee diensten. Een om 13:00 en weer een om 16:00 uur. En iedere keer een volle kerk. En dit is niet de enige kerk in Juba waar het zo gaat.

’s Middags moet Grace naar de schandvlek van Juba en ik ga mee. We moeten niet te lang blijven en ik moet bij haar blijven want het kan gevaarlijk zijn. Een lange man met een geforceerde brede glimlach met 2 bodyguards kijkt ons achterdochtig aan maar we mogen verder. Overal lopen en zitten meisjes en vrouwen die in “hokken” van 1,5m x 2m hun diensten aanbieden. Een beetje zoals de Wallen in Amsterdam maar dan anders. Het is hier vuil en de “hokken” zijn van hout en golfplaat. Geen lopend water en geen spoeltoiletten. Grace is bekend bij de meisjes en ook bij de pooiers. Het zijn bijna allemaal straatkinderen. Een 15-jarig meisje laat ons “trots” haar “hok” zien. Er staat alleen een bed in. Ze moet er 10 Sudanees pond per nacht voor betalen. Dus 300 pond per maand aan die lange man bij de ingang. 300 Sudanees pond is 100 dollar. Die lange man heeft wel  50 “hokken” staan, dus reken maar uit. De hele dag op een stoel zitten en zorgen dat meisjes van 13 en ouder hem betalen en daar dan schatrijk van worden. Opeens zegt het meisje van 15: “I want to stop what I’m doing, can you help me?”

5 minuten later rijden we op een geasfalteerde weg langs een paleisachtig woning. Hier woont de toekomstige president van Zuid-Soedan achter een hoge muur met beveiliging. Toch is er een klein krottenwijk naast de presidentiële woning. Zou hij hier nog oog voor hebben?

Het is maandag, de luchthaven moet om 07:00 uur opengaan, en ik heb afgesproken dat ik mij om 7 uur voor mijn ticket meld bij de balie van deWFP = world food program, de humanitaire arm van de VN die ons per vliegtuig naar Rumbek, Wau en Abyei zullen brengen. Ik ben om 07:00 door een taxi naar het vliegveld gebracht.  Om 07:55 gaan de deuren open. Afrika tijd op zijn best. Met de verzamelde mensenmassa loop/ren ik naar de balie. De manager uit Zuid Afrika geeft aan dat dit normaal is, geef me mijn ticket en ik ga naar de vertrekhal.

Hier ontmoet ik Joshua. Hij komt uit Engeland en doet een doctorale studie over het effect van  wapengeweld  op stammen in Afrika.  En waar beter dan Zuid-Soedan? Hij is onderweg naar Abyei, ten noorden van Wau, waar het op het ogenblik niet rustig is. Hij heeft zijn masters in Amsterdam gedaan, hij weet Hoogeveen en Andijk te liggen en hij vindt Nederland het beste en mooiste land ter wereld om in te wonen. We komen een uur te laat op Rumbek aan en een uur te laat op Wau omdat de luchthaven op Juba een uur te laat open ging. Op Wau nemen Joshua en ik afscheid van elkaar met een “I wish you luck, man”. Hij is erg onder de indruk van het trainingcentrum dat Dorcas in Wau gaat beginnen. Volgens hem  is dit wat ze nodig hebben.

zaterdag 19 februari 2011

Aankomst in Soedan

Uiteindelijk is het zover. Tijd om aan mijn Soedan avontuur te beginnen. De afgelopen twee weken ben ik in Andijk, waar het hoofdkantoor van Dorcas Aid International (DAI) gelegen is, door de programmacoördinatoren met hun dromen, wensen, budgeten en jaarplannen klaargestoomd. De opdracht is omvangrijk: vestig een compleet toegeruste training center in Wau en zorg voor trainers en trainees, help trainees die de training hebben voltooid een aannemelijk plan te kunnen schrijven om in aanmerking te komen voor microkrediet via Dorcas die daar een budget voor heeft, begin met een modeltuin en train plaatselijke boeren, help de partnerorganisatie met de opvang van verslaafde granny’s en weeskinderen, bezoek het lepradorp en de klinieken waar Dorcas ook aan mee betaald en leg contacten. Mijn collega Joseph is er al en de gebouwen voor verblijf en training zijn eind 2010 opgeleverd. Nu nog aankleden en de boel operationeel maken.

Op Schiphol heb ik de nodige dollars gekocht omdat je je euro’s in Wau niet kwijt kan. In het vliegtuig onderweg naar Nairobi zit ik naast Sayed, een moslim uit Somalië die in ‘91 als 17-jarige jongen via Kenia naar Amerika is gevlucht en daar een paar jaar later met zijn ouders is verenigd. Hij is 8 uur lang op Schiphol ondervraagd. Waarom reist een geboren Somaliër die moslim is, vanuit Amerika via Amsterdam naar Kenia, wilden ze van hem weten? Sayed was duidelijk niet onder de indruk.

Al snel begint hij over Allah en zijn geloof. Ik probeer altijd bij moslims op een voorbeeld af te sturen wat ik geleerd heb omdat ik weet dat het een moslim altijd weer aan het denken zet. Ook deze keer luistert Sayed naar mijn verhaal. Ter verduidelijking: Iedere moslim gelooft dat er een engel op je linker schouder zit die alle slechte daden en gedachten bijhoudt en dat er een engel op je rechter schouder zit die alle goede daden opschrijft. Moslims beseffen dat de engel op de linker schouder het drukker heeft dan de engel op de rechter schouder. Moslims hebben een duidelijk besef van zonden.  Volgens de Koran zal Allah je op de oordeelsdag naar voren roepen en zal je geoordeeld worden volgens je daden zoals opgetekend door de engelen.'De vraag is dus: Hoe kom je in de hemel bij Allah als je zuiver op je daden wordt geoordeeld?

Ik stel Sayed daarom de volgende vraag: Stel dat er een heerlijke en perfecte maaltijd is voorbereid en iemand zou er een klein druppeltje gif bij doen, zou je het dan nog eten? Nee natuurlijk niet. Ik zal er nooit van eten. Maar als ik er nu een aantal scheppen bij zou doen waar geen vergif inzit, zal je het dan eten? Ook dan niet, je kunt het alleen nog maar weggooien. Het kan nooit meer eetbaar worden. Zo zit het dus ook met de mens. Je kunt het zelf nooit meer goed maken met goede daden. Sayed wil weten hoe christenen het dan oplossen en dan is het fijn om te kunnen zeggen dat wij een Middelaar hebben die het voor ons mogelijk maakt. Sayed moest nog een aantal keren zijn hoofd schudden over de perfecte maaltijd en het kleine beetje gif.

Nairobi luchthaven valt erg tegen. Het is net een lange smalle gang met allemaal ongezellige, niet echt Afrikaanse, winkeltjes met overbekende spullen uit China en de rest van de wereld. Ergens staat een vrouw de ramen te wassen zonder dat de ramen er echt schoon van worden, de stoelen voor  wachtende passagiers staan slordig en de balie en het gebouw zelf maakt een afgeleefde indruk. Een aantal vliegveld medewerkers hangen en liggen wat en lopen wat doelloos rond en het is er heet want de airco doet het niet.

Na 4 uur wachten mogen we met in totaal 70 passagiers op het vliegtuig stappen naar Juba. Er is echter vertraging. Er is een bericht binnen gekomen vanaf Juba dat de brandstof op is met het gevolg dat Kenia Airways niet in Juba kan tanken voor de terugweg. Besloten wordt om alle bagage uit het vliegtuig te halen en het gewicht dat vrijkomt met brandstof te vervangen. Een hoorbare kreun onder de nu duidelijk minder enthousiaste passagiers maar er is geen alternatief. Dus op naar Juba met alleen een beetje handbagage.

Op je eerste aankomst in Juba kan niets of niemand je voorbereiden. Je moet het meemaken en beleven. Nadat het vliegtuig tot een halt is gekomen komt er een trekker uit de jaren 60 met een oude trap aangereden. Het is buiten 37 graden en in het vliegveld gebouwtje is het vuil, vies, vervallen en heet. Bloedheet. We moeten allemaal in een rij staan en onze visums en paspoorten laten stempelen. Er zit een ambtenaar op een kruk achter een afgeleefde tafel en hij slaat er met zijn stempel lusteloos en met weinig enthousiasme op los.  We merken dat er inderdaad bagage wordt neergezet maar dat er maar weinige onder ons zijn die zijn bagage herkent. Een stuk of 20 goed uitziende tassen en koffers vinden geen eigenaar en worden met weinig ceremonie ergens in een hoek van het gebouwtje gedumpt. Ik moet denken aan de eigenaren van die koffers. Waar zouden ze zijn en van wie zijn die koffers?

Ik ga thuis in een van de vele guesthouses in Juba. Een poos geleden stond er een artikel in het RD over 12 jarige straatkinderen die blij zullen zijn met een bed in een bordeel. De guesthouse wordt gerund door Wim en Grace Groenendijk. Grace is de dame die onder deze kinderen in Juba werkt. Ze heeft me op een gedetailleerde rondrit door Juba genomen en me haar werkveld onder de  straatkinderen laten zien. De meeste wegen zijn niet geasfalteerd en daarom moeilijk begaanbaar. Soms onbegaanbaar. Een dichte stofwolk hangt als een mist over de vele zandwegen en dringt letterlijk bij alles en overal binnen.

De stank in de vele en uitgestrekte krottenwijken van Juba is ondragelijk, het leed en armoede enorm en de uitzichtloosheid onbeschrijflijk. Je merkt dat de plaatselijke bevolking vanwege jaren lange oorlog, verstedelijking problematiek, afbraak van eigen cultuur en tradities op zoek is naar een eigen identiteit maar hier vooral nog niet in slagen. Jaren van oorlog en verwaarlozing heeft de Zuid Soedanese bevolking verlamd. Het is hier de kunst om iedere dag weer te overleven. Je zult maar in een slum in Juba geboren zijn. Je bent kansloos. Het is inderdaad het armste land ter wereld.

Verder is Juba erg duur. Aan een simpele woning achter een hoge muur vanwege de securiteit ben je al snel $ 3500,00 aan huur per maand kwijt. Het wemelt hier namelijk van de Ngo’s en werkers vanuit alle delen van de wereld om hier te doen wat de plaatselijke bevolking niet lukt. En alles wat je eet of ziet moet worden geïmporteerd. Je kunt het zo gek niet bedenken. Zelfs eieren moeten uit de buurlanden hierheen gebracht worden. Het eten is hier dan ook veel duurder dan in Nederland. Ik ben benieuwd wat ik hier per maand aan eten kwijt ben.

Ook de Islam doet haar best in Juba. Er staan hier 3 moskeeën in de buurt waar ik verblijf.  ‘s Morgens om klokslag 05:30 wordt er vanuit de minaretten van deze moskeeën luidkeels en op zangerige emotionele toon aangekondigd dat Allah groot en goed is.

Volgens de planning had ik nu in Wau moeten zijn. Vanwege mijn bagage wordt het nu maandag. Het was wel spannend vrijdagmiddag. Het vliegtuig uit Nairobi met mijn bagage zou om ongeveer twee uur landen en het vliegtuig naar Wau zou om twee uur opstijgen. Na een aantal gesprekken over en weer was de piloot en bemanning bereid de vlucht naar Wau met 20 minuten te vertragen. Ik heb het vliegtuig naar Wau met 15 minuten gemist. Het vliegtuig uit Kenia was te laat.