maandag 22 oktober 2012

En toch was het georganiseerd ...

Een aantal keer per jaar is er in de kerk waar ik naartoe ga een gezamenlijke dienst tussen de Dinka sprekende gemeente, het Arabisch sprekende gedeelte van de gemeente en het Engelstalige deel. Het is een van de hoogtepunten van het kerkelijk jaar en er komen honderden mensen op af. Er worden ook speciale gasten uitgenodigd en er is een programma.

Er is een speciale commissie die alles tot in de fijnste bijzonderheden heeft geregeld. Zo zijn er leden die de gasten een stoel aanwijzen, een voorzanger, twee tromspelers, de geluidsingenieur, de voorlezer, een uitgenodigde hooggeplaatste ambtenaar en ga zo maar door. Volgens het programma beginnen de verrichtingen om 8:30 uur, maar uit ervaring weet ik dat een aangegeven tijdstip – in dit geval 8:30 uur - meer gezien moet worden als een aantal cijfers die een niet na te komen tijd aangeven maar die wel als indicatie gebruikt kunnen worden voor een mogelijke starttijd. Dit kan dan wisselen tussen 10 tot 30 minuten na de aangegeven tijd, alhoewel een uur later ook niet ongebruikelijk is. Ik arriveer dus om 8:30 uur, maar er zijn nog maar weinig mensen aanwezig. Degene die de stoelen aan moeten wijzen zijn er nog niet en er is nog keus genoeg voor een schaduwplek met uitzicht op het podium. Om 8.50 uur begint het al wat drukker te worden en de voorzanger geeft een lied op. Het gaat een beetje bibberig, want er zijn nog niet zoveel mensen en die er zijn zitten nog een beetje wakker te worden en zijn overduidelijk niet in een vroege-morgen-zang-stemming. Maar goed, het staat op het programma dus moet er gezongen worden. Ik merk dat de voorzanger door zijn zang heen steeds aan het omkijken is, maar waarnaar? Dan merk ik het. De tromspelers en de trommen zijn er niet terwijl het toch op het programma staat. Gelukkig zijn er onvoldoende programma's, dus niet iedereen weet dat de twee drummers nog niet gearriveerd zijn.

Als de voorzang afgelopen is, begint de dienst. De voorganger staat heel hard te roepen om zich hoorbaar te maken. De geluidsingenieur is er namelijk nog niet, dus ook de microfoon en luidsprekers zijn in geen velden of wegen te bekennen. Even na negenen komt een raksha aangereden – een soort scooter met laadbak - met daarop de klanktoerusting. Onder het voorlezen van de wet, wordt de toerusting op zijn plaats gezet en als we met de eerste Bijbellezing bezig zijn, wordt de toerusting getest maar er is geen klank. Nog steeds onder het lezen van de eerste Bijbellezing komen ze tot de conclusie dat de generator nog niet aanstaat. Tijdens de tweede Bijbellezing wordt het geronk van de generator hoorbaar en is er een overduidelijke 1-2-3 door de luidsprekers te horen. De klankingenieur zakt zichtbaar tevreden terug in zijn stoel. Alles loopt gesmeerd vanmorgen, want de preek kan beginnen met een functionerende klanktoerusting. Maar al snel is er verwarring. De generator begint raar te doen en als generatorkenner besef ik wat er gaande is. Diesel vergeten. Nog een paar woorden en het wordt stil. De prediker loopt naar voren en gaat gewoon door, maar nu met verheven stem zonder kansel in de warme Afrika-zon. De geluidsingenieur houdt een spoedberaad met zijn collegae en ze gaan er vandoor in de raksha. Als de raksha terugkomt is er weer diesel. Het is nu bijna 10:00 uur en de voorganger is aan zijn tweede punt begonnen. De generator wordt gestart en we hebben weer klank. De voorganger knikt dankbaar naar de geluidsingenieur die tevreden wegzakt in zijn stoel en de voorganger gaat weer achter zijn kansel verder met punt drie.


Na het amen van de preek is het tijd voor een toespraak van een bisschop uit Rumbek die een belangrijke boodschap heeft voor de gemeente van Wau. Het is nu even na 11:00 uur. De getallen zijn nu aangegroeid, de tromspelers zitten met trom gereed om te beginnen, zou het nog nodig zijn. Het is niet te geloven maar de bisschop uit Rumbek is nog maar net begonnen aan zijn belangrijke boodschap of het begint. Ik hoor het duidelijk. De generator begint raar te doen. De motor begint wat sneller te lopen en daarna weer wat langzamer. Ik weet het zeker: de diesel is op. Nog een laatste paar belangrijke woorden van de bisschop zijn door de luidsprekers hoorbaar en dan wordt het stil. En weer hetzelfde, maar ook niet helemaal hetzelfde. De bisschop loopt naar voren en begint luid te praten zonder kansel in de Afrika-zon. Maar volgens mij horen de meesten het niet meer. Het verschil met de vorige keer ligt hem in de geluidsingenieur. De geluidsingenieur heeft overduidelijk geen plan c. Hij heeft het opgegeven. Hij kijkt wat belangeloos om zich heen en haalt zijn schouders op. Geen beraad en geen raksha die wegrijdt.

Er volgen nog een aantal traditionele dansen en de tromspelers zijn in hun element. De hooggeplaatste van de regering die een woord moet spreken wordt gevraagd naar voren te komen en we maken ons op voor een laatste toespraak. Het wordt stil als we merken dat er niemand naar voren komt. Er wordt weer geroepen of hij er is maar… helaas.



Om 13:00 uur is het afgelopen en loop ik met een grote schaar aan mensen opgelucht naar de auto.

Dank- en gebedspunten:- We hebben op 9 juli met alle collegae, nu al 38, Onafhankelijkheidsdag gevierd. Ten spijten van weinig ontwikkeling in Wau is er veel dankbaarheid dat Zuid-Soedan vrij is van de onderdrukker. Het was een mooie dag. We hebben gezongen en gebeden en gedankt voor het werk, want we merken dat het werk gezegend wordt.
- We hebben en recordjaar wat regen betreft. Het is erg vroeg gaan regenen en het regent nog steeds. Het is ook koeler dan normaal en dat is ook fijn.
- Ons “EU proposal” voor een “Food security project” is goedgekeurd en we zijn druk bezig met het opstarten van dit project.
- We hebben zover dit jaar al 180 studenten les kunnen geven in een aantal cursussen en negen groepen zijn met kleine microbedrijfjes gestart.

maandag 1 oktober 2012

De nachtwacht van Wau

Ongeveer twee maanden geleden om 02:00 uur stond Waran, de Dorcas-nachtwacht, bij mijn raam om advies te vragen en aan zijn fluisterstem kon ik horen dat het dringend was. Er was namelijk een aantal gewapende mannen bezig om de generator ongevraagd te verwijderen. Het advies was duidelijk: “wegkruipen en je niet laten zien of horen totdat ze weg zijn…..” Ik heb hem een hele poos niet meer gehoord of gezien ,dus was hij het overduidelijk en roerend met mijn advies eens. Wel jammer van die generator, want het was een goeie die niet meer geleverd kan worden.

Het is nog geen twee dagen later als tien politieagenten de Dorcas-compound binnen stromen en zich thuis maken onder de met rietgedekte afdak en aandringen op een gesprek. Ze bieden aan dat er iedere dag twee professionele politieagenten zich om stipt 17:00 uur melden met de opdracht om binnen onze compound te patrouilleren, surveilleren en rapporteren. Voor hun professionele diensten vragen ze niet veel. Alleen maar iedere avond een maaltijd, door de nacht thee met suiker, een bed in een beschutte ruimte, een klamboe, een matras, een zaklantaarn, een pen en papier en stoel. Ze blijven de hele nacht wakker en melden zich iedere morgen om stipt 07:00 uur af. Ook graag nog een maandelijkse bedrag per agent aan de politie overmaken en nog een vergoeding aan de agenten zelf. Spijt zullen we niet krijgen want het zijn echte superagenten. Terwijl ik nog aan het wikken en wegen ben, valt het besluit bij de agenten, wordt er druk handen geschud, schouderklopjes uitgedeeld en word ik er weer van verzekerd geen spijt te zullen krijgen.

De eerste avond na het besluit gevallen is en alle documenten ondertekend zijn, verwacht ik zoals afgesproken de agenten om 17:00 uur. Maar… het wordt 18:00 uur en ook 19:00 uur en geen agenten. Maar dan… om stiptelijk 19:13 uur is er gerammel aan de deur. Ik doe open en ietwat verbijsterd probeer ik de loop van een AK47 die op mij gericht is, weg te duwen. Het geweer ligt namelijk op de schouder van de agent met de loop naar voren. De agent merkt niets van mijn pogingen om de loop te ontduiken, sloft naar binnen in een gekreukeld uniform waarvan sommige knopen open staan en hij gaat languit in een stoel hangen. Hij kucht, pakt een sigaret en gooit het lege doosje in de tuin en wil eten. De andere agent heeft besloten om die avond niet te komen want hij had thuis nog wat te doen.

Ik ga de volgende dag naar het politiehoofdkwartier om toch even door te praten met de kolonel. Die is er niet. Dan maar de directeur die er ook niet is. Dan op naar het kantoor van de adjunctdirecteur - hij was er wel maar geen idee waar hij nu is. Voorzichtig doe ik nog een laatste deur open in een ultieme poging mijn verhaal kwijt te kunnen, en het tafereel dat zich voor mij ontvouwt is adembenemend en eigenlijk niet te geloven maar echt waar. Er zitten vier mannen in het vertrek. Een majoor, een kapitein, een luitenant en een tweede luitenant. De majoor ligt met zijn hoofd op de tafel te snurken, de kapitein zit een stripverhaal te lezen, de luitenant zit achter een leeg bureau niets ziende voor zich uit te staren en de tweede luitenant ligt te slapen in een stoel. Of ik morgen terug wil komen.

Als ik weer buiten sta en de bijkans veertig andere agenten zie zitten en liggen onder de mangoboom, die gelukkig voldoende schaduw biedt aan de agenten van Wau, besef ik dat dit voor mij een alledaagse tafereel geworden is. Bij bijna ieder ministerie waar ik kom zitten de ambtenaren onder de bomen. Zoals de minister bij het laatste overleg wist te vertellen aan alle aanwezigen die niet voor de regering werken: jullie denken dat ze lui zijn en niet willen werken, maar het komt omdat we geen auto’s, geen laptops, geen kantoren en geen gebouwen hebben. Wat gaan de internationale NGO’s daaraan doen? De Internationale NGO’s hebben de middelen dus kunnen wij er wat aan gaan doen. Tja….