maandag 1 oktober 2012

De nachtwacht van Wau

Ongeveer twee maanden geleden om 02:00 uur stond Waran, de Dorcas-nachtwacht, bij mijn raam om advies te vragen en aan zijn fluisterstem kon ik horen dat het dringend was. Er was namelijk een aantal gewapende mannen bezig om de generator ongevraagd te verwijderen. Het advies was duidelijk: “wegkruipen en je niet laten zien of horen totdat ze weg zijn…..” Ik heb hem een hele poos niet meer gehoord of gezien ,dus was hij het overduidelijk en roerend met mijn advies eens. Wel jammer van die generator, want het was een goeie die niet meer geleverd kan worden.

Het is nog geen twee dagen later als tien politieagenten de Dorcas-compound binnen stromen en zich thuis maken onder de met rietgedekte afdak en aandringen op een gesprek. Ze bieden aan dat er iedere dag twee professionele politieagenten zich om stipt 17:00 uur melden met de opdracht om binnen onze compound te patrouilleren, surveilleren en rapporteren. Voor hun professionele diensten vragen ze niet veel. Alleen maar iedere avond een maaltijd, door de nacht thee met suiker, een bed in een beschutte ruimte, een klamboe, een matras, een zaklantaarn, een pen en papier en stoel. Ze blijven de hele nacht wakker en melden zich iedere morgen om stipt 07:00 uur af. Ook graag nog een maandelijkse bedrag per agent aan de politie overmaken en nog een vergoeding aan de agenten zelf. Spijt zullen we niet krijgen want het zijn echte superagenten. Terwijl ik nog aan het wikken en wegen ben, valt het besluit bij de agenten, wordt er druk handen geschud, schouderklopjes uitgedeeld en word ik er weer van verzekerd geen spijt te zullen krijgen.

De eerste avond na het besluit gevallen is en alle documenten ondertekend zijn, verwacht ik zoals afgesproken de agenten om 17:00 uur. Maar… het wordt 18:00 uur en ook 19:00 uur en geen agenten. Maar dan… om stiptelijk 19:13 uur is er gerammel aan de deur. Ik doe open en ietwat verbijsterd probeer ik de loop van een AK47 die op mij gericht is, weg te duwen. Het geweer ligt namelijk op de schouder van de agent met de loop naar voren. De agent merkt niets van mijn pogingen om de loop te ontduiken, sloft naar binnen in een gekreukeld uniform waarvan sommige knopen open staan en hij gaat languit in een stoel hangen. Hij kucht, pakt een sigaret en gooit het lege doosje in de tuin en wil eten. De andere agent heeft besloten om die avond niet te komen want hij had thuis nog wat te doen.

Ik ga de volgende dag naar het politiehoofdkwartier om toch even door te praten met de kolonel. Die is er niet. Dan maar de directeur die er ook niet is. Dan op naar het kantoor van de adjunctdirecteur - hij was er wel maar geen idee waar hij nu is. Voorzichtig doe ik nog een laatste deur open in een ultieme poging mijn verhaal kwijt te kunnen, en het tafereel dat zich voor mij ontvouwt is adembenemend en eigenlijk niet te geloven maar echt waar. Er zitten vier mannen in het vertrek. Een majoor, een kapitein, een luitenant en een tweede luitenant. De majoor ligt met zijn hoofd op de tafel te snurken, de kapitein zit een stripverhaal te lezen, de luitenant zit achter een leeg bureau niets ziende voor zich uit te staren en de tweede luitenant ligt te slapen in een stoel. Of ik morgen terug wil komen.

Als ik weer buiten sta en de bijkans veertig andere agenten zie zitten en liggen onder de mangoboom, die gelukkig voldoende schaduw biedt aan de agenten van Wau, besef ik dat dit voor mij een alledaagse tafereel geworden is. Bij bijna ieder ministerie waar ik kom zitten de ambtenaren onder de bomen. Zoals de minister bij het laatste overleg wist te vertellen aan alle aanwezigen die niet voor de regering werken: jullie denken dat ze lui zijn en niet willen werken, maar het komt omdat we geen auto’s, geen laptops, geen kantoren en geen gebouwen hebben. Wat gaan de internationale NGO’s daaraan doen? De Internationale NGO’s hebben de middelen dus kunnen wij er wat aan gaan doen. Tja….

1 opmerking: